SHINER TWINS ... "een heel eigenwijs rootsbandje"
coverstory/interview
door Franky Bruneel
Back To The Roots magazine #71 - Juli/Augustus 2009

Kwaliteit komt altijd bovendrijven. Altijd! Zes jaar nadat we onze grenzeloze bewondering voor Malford Milligan en zijn Nederlandse begeleiders hebben verwoord (zie BTTR 44) zijn de zangers/gitaristen Jack Hustinx en Richard van Bergen opnieuw onze gesprekspartners. Met hun band Shiner Twins beklijven ze ons, zo mogelijk, nog dieper. Hun haast filosofische teksten ráken ons gewoon, muzikaal-technisch benaderen ze de perfectie en hun veelkleurigheid aan 'zuiderse rootsstijlen' zorgt voor melodietjes die onlosmakelijk blijven hangen. Meer dan terecht kreeg hun tweede cd 'Southern Belles' in BTTR 69 een dijk van een recensie.
En het gaat hen voor de wind. Na de uitermate lovende kritieken op hun albums, lopen nu ook grote festivals storm voor de Shiner Twins. In navolging van de Southern Bluesnight in Kerkrade (2007) stond de band op 2 mei geprogrammeerd op Moulin Blues in Ospel en straks, op 18 juli, op het BRBF in Peer. Redenen te over om Jack en Richard nog een keer te interviewen…
We zouden het in een interview kunnen hebben over 'feitelijkheden'. Over de nieuwe drummer bijvoorbeeld, want sinds kort vervangt Jody van Ooijen (bekend van The Strikes en The Backbones) Jacks zoon Nicky. Maar dergelijke 'feitelijkheden' hebben we zoveel mogelijk geprobeerd te vermijden. Onmiddellijk na hun optreden in Ospel zoeken we Jack Hustinx en Richard van Bergen op, en we hebben hierbij een missie. Wij zijn dus 'rasechte' bluesliefhebbers maar de muziek van de Shiner Twins grijpt ons zo enorm aan zonder dat we daar zelf een glasheldere verklaring voor hebben. Deel één van de missie: het zoeken naar een waarom. Deel twee van de missie: Wanneer muziekauteurs, -programmatoren of presentatoren het over deze band hebben, nemen ze steevast het woord 'americana' in de mond. Kill your darlings. De genreomschrijving 'americana' mag dan best wel lekker bekken, inhoudelijk en wezenlijk slaat dat woord nergens op. En zonder het hen expliciet te vragen, willen wij dit bevestigd horen door de allerbeste 'americanagroep' van Nederland. We zijn immers nooit vies geweest van uitdagingen...
Jullie hebben het gepresteerd, Ospel 2009. Het zit erop. Wat vonden jullie er zelf van?
Richard: "Ik vond het zelf wel leuk. Tijdens het voorbereiden van de set hadden we het over dit soort evenementen. Het is groot, het is een festival en veel mensen komen om gezellig te kletsen. Wat doe je dan? Doe je een 'beukset' of doe je gewoon wat je zelf wil? Ik vond dat we moesten doen wat we zijn. Indien we dit niet hadden gedaan, dan zou dat het enige zijn wat we onszelf later zouden kunnen verwijten..."
Je zegt: 'we moesten doen wat we zijn'. Wat zijn jullie?
Jack: "Euh... een heel eigenwijs rootsbandje dat van in het prille begin heeft besloten om met elkaar te blijven spelen. En we willen heel expliciet een band op poten zetten die meer is dan een bluesband, een countryband, een soulband of een rhythm 'n' bluesband. Wij hebben ons hele leven lang naar veel verschillende soorten zwarte en blanke muziek uit het zuiden geluisterd. En een mix van al die stijlen brengen, dat is wat wij willen. En dat is de band die we zijn."
Richard: "Toen de samenwerking met Malford Milligan stopte, gingen we nog een tijdje door als 'The Malford Milligan Band zonder die zanger', maar dat stadium zijn we nu gelukkig voorbij..."
Jack, je gebruikt hier zelf de term 'roots'. Persoonlijk heb ik altijd zoiets gehad van… men wil daar een etiket op kleven. Als het geen blues is, geen country, geen R&B en ook geen jazz, en men weet niet precies wát het is… dan noemt men het maar 'roots' van zodra het een beetje authentiek klinkt…
Jack: "Of nog erger! Een nog vreselijker term is 'americana'. Wij worden daar allebei trouwens wel een beetje moe van hoor. Die termen zeggen ook helemaal niks. Weet je, alles wat in een soort vergaarbak gaat, noemen ze dan 'americana'. Kijk, wij hebben allebei hele zwarte muzikale roots. Richard is een bluesman geweest die ook heel goed heeft geluisterd naar alle zijkantjes daarvan. En ook rhythm 'n' blues en soul. En dat geldt trouwens ook voor mij. Op een bepaald moment kom je er dan achter dat Hank Williams misschien wel de beste blueszanger is, die er ooit heeft geleefd. Zo blank als wat!"
En ik vind het gegeven 'Nederlanders die americana spelen' wel stupide hoor. Dat is toch echt de wereld op zijn kop!
Richard: "Inderdaad. Dat gaat toch niet... Er zit namelijk een addertje onder het gras als je je baseert op stijlen uit een land en een cultuur waar je helemaal niet vandaan komt. De Amerikaanse cultuur heeft in grote mate de onze beïnvloed. Maar als je dan een bluesnummer schrijft, dan moet je niet over 'working like a slave' of 'working on a cotton field' gaan praten. Dat klinkt toch niet geloofwaardig. Je kunt die zaken vertalen naar je eigen leefwereld. Neem nu ons soulnummer 'You Better Believe'. Wij zijn helemaal niet van die heel diepgelovige zielen. Maar je moet wel ergens in geloven om samen dat wiel te blijven laten draaien, weet je. En dat moet je dan vanuit je eigen gevoel naar de muziek transponeren..."
'The Lord' is anders wél heel nadrukkelijk aanwezig in een aantal van jullie songs…
Richard: "Ja, ja! Heel bizar eigenlijk."
Jack: "Het is inderdaad een tikkeltje vreemd, want zoals Richard al zegt, zijn wij geen hele gelovige mensen. Eh... er zijn wél bepaalde krachten, energieën... weet ik veel hoe ik ze moet noemen... die wij allebei wel voelen. En daar schrijven we nummers over. En voor iemand die heel gelovig is, worden de teksten die wij daarbij hebben geschreven, totaal andere teksten. Wij hebben heel levensbeschouwende onderwerpen in onze gospelnummers zitten, maar het is niet onze bedoeling om de taken van de Evangelische Omroep over te nemen. We willen niemand bekeren."
Richard: "Bij mij is het heel erg. Ik luister naar klank, ik luister naar muziek. Ik heb heel veel naar gospel geluisterd en in de countryblues vond ik de inspiratie. Laatst zag ik op televisie een Duitse documentaire. Toen vroeg iemand aan Patti Labelle wat nu precies échte soul was. Toen zong ze een regeltje uit een discohit op verschillende manieren. Ze vertelde: 'zo zou een bluesartiest dit doen' of 'zou zou een gospelartiest dit zingen'. Toen heb ik haast gehuild man. Ik had meteen een prikneus. Ik had het op video opgenomen en elke keer dat ik het terugdraaide, tot drie keer toe, schoot ik vol. Ik kon echt niet bevatten wat er in me omging. Ik kon het waarom ervan niet uitleggen..."
Jack: "Dat komt door de intensiteit. Die muziek was heel intens. En diezelfde intensiteit is ook in ons bandje heel belangrijk. Van zodra intensiteit verdwijnt, verdwijnt ook het spelplezier en dan wordt het routine. Kijk maar eens hoe belangrijk zwarte gospel is geweest. Zonder zwarte gospel was er in de jaren 60 geen soulmuziek geweest, was er geen jazz geweest, was er geen blues geweest. Kijk, wat Richard net vertelt over Patti Labelle... wel, ik heb een soortgelijke ervaring met het nummer 'Lonesome Road' dat we met Malford Milligan speelden en wat toen ook op onze plaat is terechtgekomen. Bij het horen van dat nummer zat ik in Austin aan de bar te janken. En na afloop zei ik tegen mezelf 'what the fuck is dit? Ik bén niet gelovig! Wat is dit? En toen heb ik daar met Malford een heel gesprek over gevoerd en we kwamen tot bij datgene wat ik zopas zei. Er zijn bepaalde krachten, bepaalde energieën die zo ontzettend hard binnenkomen..."
Denk je dan niet dat die krachten in jezelf zitten?
Richard: "Kijk, we hebben ook een nummer 'The Lord & The Devil" en die zitten echt in elk van ons allemaal. Kijk naar die man die nu op Koninginnedag vijf mensen heeft doodgereden. Je kunt zeggen dat het een schoft is, dat ze hem bij de tepels moeten ophangen of door de vleesmolen moeten halen, maar als het kwade wordt getriggerd, zit zo'n situatie in elk van ons. Ik wil hiermee niet zeggen dat in elke mens een psychopaat schuilt, maar die hele zwakke kant van de mens zit in iedereen. Net zoals 'the lord' in elk van ons zit."
Jack: "Eigenlijk moet je daar niet al te veel over nadenken. Waarom zit jij, Richard, te janken bij Patti Labelle? Waarom is dat? Ik wil het eigenlijk ook niet weten. Het is gewoon een van de mooiste dingen die we met muziek hebben. Het is een mysterie. Dát is nu net waarom muziek je zo kan raken..."
Jullie spraken daarnet over die zwarte bluesroots. Waar kwam dan de behoefte vandaan om die met andere stijlen te gaan vermengen? En wat waren dan de eerste stijlen waar jullie behalve de blues naar luisterden?
Richard: "Ik ben zelf met pure blues begonnen en samen met Dick, onze bassist, heb ik vijftien jaar in bluesbands gespeeld. Op een gegeven moment kwam ik in Utrecht in een muziekcafé terecht. Daar werd veel live muziek gespeeld. Daar kwam ik Jan Willem Roy en Roel Spanjers tegen. Zo ben ik in de 'singer-songwritermuziek' beland. Natuurlijk had ik toen ook al 'Bring The Family' van John Hiatt in de kast, maar het was vooral Jan Willem Roy die me aanspoorde om eigen nummers te gaan schrijven. Ik vond dat in de blues alle mooie nummers al waren geschreven, maar hij bleef benadrukken dat je in eigen nummers veel meer van jezelf kwijt kon. Alleen was niet evident om dat alles in de countryblues kwijt te kunnen. Als je zelf schrijft, dan heb je zoiets van... 'welk laatje van de rootsmuziek moet ik hiervoor opentrekken'. En dat kan dan net zogoed het zydecolaatje zijn, wanneer een bepaalde tekst een iets warmere sfeer vereist."
Jack: "Ja, soms heb je iets waarover je wil schrijven, maar dat onderwerp past een net iets andere stijl beter. Alle stijlen die wij verwerken in onze… hoe heet het ook weer… in onze brij, zeg maar, zijn muziekstijlen met een emotionele waarde. Muziek moet ergens over gaan. Kijk, ik kan nu een liedje schrijven over hoe mooi de meisjes op het strand zijn, maar dat deed ik toen ik achttien was ook al. Maar op een gegeven ogenblik word je ouder en wil je ook dingen schrijven die ergens over gaan. En dan kom je automatisch toch uit bij een muziekstijl die wat meer diepgang heeft, en alle muziek die ons heeft beïnvloed is dat ook gewoon."
Welke boodschap willen jullie de luisteraars dan meegeven?
Richard: "Phoe... hmmm... boodschap? Ik heb eigenlijk geen boodschap. Wat ik hoop is dat er altijd een markt zal zijn voor échte muziek. Ook al zijn dat maar drie man in een kroeg waar ik mijn muziek kan mee delen. Zelfs dat maakt me gelukkig. Wij maken immers geen muziek vanuit commercieel oogpunt. Gelukkig zijn er hiervoor nog steeds goede podia, zoals de Roepaen in Nijmegen of het Crossroads Café in Antwerpen."
Jack: "En die tenten blijven ook bestaan, denk ik. Tenminste, zolang onze generatie leeft. Ik denk toch wel dat het daar een beetje mee te maken heeft. Maar om het over een boodschap te hebben; wel er staat op onze cd een liedje... 'Best Days In Your Life'. Als je me dus vraagt 'wat is jouw boodschap', dan is dit wat ik in dat liedje heb proberen te schrijven. Ondanks alle stront en ellende waar je door moet, moet je niet terugkijken. Dat liedje begint ook met allerlei dingen die 'the best things in your life' waren, maar… blijf vooruitkijken. Blijf open en blijf vooruitkijken, want ik heel veel gevallen ligt de beste tijd, liggen 'the best days' vóór je. Hoop en blijf positief."
Al die dingen waarover jullie schrijven, zitten in jullie brein. Het ligt vaak niet voor de hand om die met iedereen te delen, om andere mensen dat te kunnen laten begrijpen. Jullie vertolken niet bepaald een makkelijk genre…
Richard: "Ja, we zoeken niet de gemakkelijkste weg."
Had je dan ooit kunnen vermoeden dat het zo'n vaart zou lopen? Vandaag Ospel, straks Peer. Dit zijn toch zaken waar de meeste bands alleen maar kunnen van dromen…
Jack: "Neen, dat hadden we nooit durven denken. Wat we de afgelopen zeven jaar wél hebben gedaan, en dan tel ik het anderhalve jaar dat we met Malford hebben gespeeld er gemakshalve even bij... we hebben als band heel hard gewerkt om de muziek die we willen spelen tot bij de mensen te brengen. We hebben op de meest achterlijke plekken gespeeld voor de meest achterlijke gages. Dit is een zeer Amerikaans concept. Amerikanen doen dat ook zo en ik ben ervan overtuigd dat dit de enige manier is. Kilometers maken! Er zijn bands die alleen maar repeteren en dan tien keer per jaar spelen. Maar wanneer ik op de voorbije jaren terugkijk, dan hebben wij héél hard gewerkt. En ja, dan sta je op Moulin Blues en op Peer, en op heel wat andere festivals, en dan ga je met Normaal op tournee en je platen worden geweldig ontvangen… Er is geen mooiere bekroning voor dat harde werken dan wat er nu met onze band aan het gebeuren is."
Hoe zit het met de verkoopscijfers van die platen?
Jack: "Van 'Southern Belles' weet ik dit niet precies. Hij is ook nog maar sinds oktober uit. En wanneer je over cd-verkoop praat, moet je weten dat dit in vergelijking met tien jaar geleden nergens meer over gaat. Iedereen download het. Maar van die eerste plaat zitten we zeker over de 1.500 heen. Dat is een bijpersing."
Richard: "Weet je, Jan Willem Roy is nog steeds de top in Nederland voor wat singer-songwriter en die zogenaamde 'americana' betreft, maar zijn best verkocht plaat is die van tien jaar geleden, waar ik zelf nog deel van uitmaakte. En dat was 5.500 exemplaren. Van zijn huidige platen verkoopt hij er pakken minder, hoewel hij nu veel bekender is als toen..."
Jack: "Het is wel zo dat we bij elk optreden van beide titels verschillende exemplaren verkopen. En daar zijn we fier op want het geldt voor de hele band dat we platen maken waarop we zélf fier zijn om die thuis in de kast naast Bonnie Raitt, John Hiatt of Buddy Miller te zetten. En of die platen dan al dan niet duizenden stuks verkopen… nou, het zal me aan mijn reet roesten!"
Richard: "Ja, wij doen het voor dat handjevol échte rootsliefhebbers! Ooit stonden we hier in Ospel met Malford. En hoe graag we na onze show ook The Paladins en Guy Forsyth hadden gezien, er stond die avond nog een optreden in Gramsbergen (Drente) gepland. Daar zijn we dan als idioten naartoe gereden en daar stond vijf man. Wij dachten 'getver' maar Malford gaf zich helemaal en hij zei dat ook tegen ons. Hij zei: 'je moet het doen uit respect voor die mensen die naar ons komen kijken.' Respect! Al was het desnoods één man..."
Jack: "Wat we vaak ook meemaken, is dat na afloop van een optreden mensen naar ons toekomen, en dat zij verhalen beginnen te vertellen. Dat zij ook die of die ervaring hebben... Vandaag speelden wij het nummer 'Somebody Waiting''. Kijk, we hebben het een paar weken geleden meegemaakt in de Cambrinus in Horst. Daar zat een vrouw te huilen. Ze vond het zo mooi en helemaal te gek dat je het daar op zo'n podium over zo'n onderwerpen hebt. Daar doe je het toch voor?! Wat kunnen mij die 'cd sales' schelen. Dáár doe ik het voor! Daar doen wij het voor..."
Waar willen jullie in de toekomst met de band naartoe?

Richard: "We willen vooral aan het spelen blijven en liedjes blijven schrijven."
Jack: "En heel voorzichtig zitten we verder te kijken. In Zweden zit een heel bekende en betrouwbare promotor die voor ons in Europa iets zou kunnen betekenen. Over enkele weken vlieg ik daar naartoe. Volgens die man is er puur op basis van die twee cd's een 'considerable market' in Scandinavië, Duitsland, Engeland en Frankrijk. Maar... bovenaan het lijstje staat, zoals Richard al zei, mooie nummers blijven schrijven en dingen blijven doen die onszelf ontroeren in de hoop dat het dan ook andere mensen ontroert... en aan het swingen zet, uiteraard. We hebben ook nog onze rock-'n-rollkant natuurlijk."
Hoelang willen jullie er nog mee doorgaan?
Jack: "Wat mij betreft, tot ik erbij neerval."
Richard: "Ik heb anderhalf jaar geleden Honeyboy Edwards gezien. Die man is er negentig. En hij had zijn akoestische gitaar ingeplugd in een Marshallversterker. Onvoorstelbaar, wat een energie. Kijk, ik heb een fantastische vrouw en een leuk gezin, maar als ik twee weken niet heb gespeeld, dan moet het er toch echt uit hoor."
Jack: "Als dit aan hetzelfde tempo doorgaat, komen we dit jaar vast aan honderd optredens. We zijn ons bewust van de bevoorrechte positie waarin we ons nu bevinden. Maar... we hebben er hard aan gewerkt en we hebben ook heel veel te danken aan al die mensen die naar ons komen kijken en aan Suburban die op vlak van distributie heel veel voor ons heeft gedaan. Wij zijn 'a couple of lucky guys' weet je..."
Waar blijven jullie de energie halen om - als jullie zoveel spelen - de kracht van dat levensbeschouwende op het publiek te blijven overbrengen?
Richard: "Het gevaar is natuurlijk dat je jezelf gaat herhalen. Kijk, we zijn nu nog niet met een derde plaat bezig, maar ik heb thuis wel tien nummertjes klaar, een beetje Keb' Mo'-achtige kabbel kabbel, maar... je moet jezelf blijven inspireren."
Jack: "Wat mij inspireert, is wat ik om me heen zie, bij andere mensen en bij mezelf. Je weet dat ik een behoorlijke kuttijd achter de rug heb, met gezondheid en zo, maar ook daar kun je hele mooie dingen over schrijven. Ik ben iemand die nadenkt over wie en wat ik hier ben, over het feit dat er van alles met me gebeurt, en met de mensen om me heen. En daar kun je nog tientallen mooie liedjes over schrijven. Iedereen heeft zijn ellende én zijn fijne momenten..."
Ik kan me inbeelden dat er, gezien de kwaliteit waar jullie voor staan, heel wat mensen staan te springen om met jullie samen te werken. Zoals Harry Bodine, bijvoorbeeld. Staan jullie daar zelf open voor?
Jack: "Die tournee met Harry Bodine vond ik heel leuk om doen, maar zelf ben ik liever met onze eigen dingen bezig."
Richard: "Tja, maar Malford Milligan was toch een ander verhaal. Iemand met zo'n niveau... met alle respect voor Harry Bodine overigens, maar... als je een begeidingsband bent van iemand die perfect in jouw straatje past, dan vind ik het ook prima. Kijk, ik speel ook in de tourband van Dede Priest. Vanavond speelt ze bijvoorbeeld in Groningen, na Booker T., en dat had ik nog net kunnen halen als ik meteen na dit optreden was vertrokken. Maar dit vind ik nu even belangrijker en zodoende is daar nu mijn invaller aan het werk."
Jack: "Alles hangt natuurlijk af van waar je op dat ogenblik zelf mee bezig bent. Kijk, er zijn in Nederland enkele bands die niets anders doen dan met Amerikanen op tournee gaan. Zelf zou ik daar geen bevrediging uit halen. Continu iemand anders' begeleider zijn? Neen, ik vind dat Richard en ikzelf allebei genoeg te zeggen en te vertellen hebben om met ons eigen ding bezig te kunnen zijn!"
Wel, na jullie nu nóg een keer live te hebben gezien, ben ik daar ook ten volle van overtuigd…